De hoofddoek, het schudden van handen… en Etienne Vermeersch

De hoofddoek, het schudden van handen… en Etienne Vermeersch

woensdag 15 mei 2013 11:27
Spread the love

Als het over prof. Em. Vermeersch gaat, mag je van mij geen scheldpartij of definitieve waarde-oordelen verwachten. Als je dit verwacht, stop dan hier al met lezen. Wat ik over hem denk, is overigens compleet irrelevant. Kort gezegd: Soms denk ik dat hij zinnige dingen zegt en schrijft, soms vind ik dat hij zijn eigen inzichten onvoldoende zelf in vraag stelt. Zijn twijfel is een positivistisch ingestelde twijfel, maar gaat niet zo ver om het kader ervan zelf tot voorwerp van twijfel te maken.

Deze inleiding dient enkel om twee actuele punten onder de aandacht te brengen (het oordeel van de F-talige kamer van de Raad van State over het dragen van een hoofddoek door leerkrachten islamitische godsdienst), en Vermeersch’ reactie in De Morgen (15 mei) op de discussie over het schudden van handen.

Eerst de Raad van State. Volgens La Dernière Heure heeft de Raad van State een uitspraak gedaan die definitief zou zijn voor de scholen in Wallonië en Brussel. De scholen zouden de leerkrachten islamitische godsdienst niet mogen opleggen om hun hoofddoek enkel tijdens de les binnen het klaslokaal te mogen dragen en niet daarbuiten op school (bv in de refter, op de speelplaats,…). Het zou om een definitief arrest gaan. Hetzelfde gaat op voor andere godsdiensten. De Raad van State: “het dragen van elk teken van religieuze overtuiging, waaronder kledij, is inherent aan het onderwijs van de erkende religies en kan niet beperkt worden tot de lesuren en de lokalen waarin er onderwezen wordt”.

Ik kan me voorstellen dat prof. Em. Vermeersch die uitspraak van de Raad van State terecht vindt. Tenzij wellicht, dat dit volgens hem beperkt zou moeten blijven tot het klaslokaal? In mijn visie, waarover straks, is de uitspraak terecht.

Vroeger al hadden het VSKO, Vlaams Secretariaat van het Katholiek Onderwijs, en de VSK, de Vlaamse Scholierenkoepel, laten weten dat ze tegen een algemeen verbod waren op het dragen van levensbeschouwelijke tekenen. Hun standpunt: “We vinden dat elk schoolbestuur autonoom moet beslissen, in samenspraak met de ouders.” Dit is eigenlijk wat ik persoonlijk ook vind. Ik neem aan dat prof. Vermeersch zal opwerpen dat dit de zaak is van het Katholiek Onderwijs en dat hij daar de handen van af wil houden. Of vergis ik me?

En nu het schudden van handen. Het CGKR heeft stad Brussel gelijk gegeven bij het ontslag dat gegeven werd aan een ambtenaar die weigerde een vrouwelijke schepen een hand te geven. Op de site van Foyer (www.foyer.be) heb ik dit ook gedaan. Prof. Vermeersch blijkt nu, in een lezersbrief in De Morgen, dd 15 mei, te vinden dat zoiets in hoofde van politici en van het CGKR een tekort aan logica zou zijn. Het is aan mij niet om voor het CGKR te spreken, maar ik sta op dit punt volledig op de lijn van het CGKR en vind dat tekort aan logica in alle geval bij mezelf niet terug. Tenzij ik me vergis… Daarom doe ik een inspanning om de redenering van prof. Vermeersch te begrijpen en om precies te verstaan waar de wegen uiteen gaan.

Prof. em. Etienne Vermeersch verwijst naar het feit dat in de Islam verschillende rechtsscholen bestaan en “dat wie aanvaardt dat men die betreffende de hoofddoek op basis van godsdienstvrijheid in openbare dienst moet toelaten, moet dit ook in verband met de handdruk aanvaarden.” Verder: “Het argument dat dit vernederend is voor de vrouw, klopt niet meer of niet minder dan voor de hoofddoek.”

Commentaar: Als ik het goed begrijp zit de argumentatie van prof. Em. Vermeersch als volgt ineen: wie ervoor pleit dat het dragen van een hoofddoek moet mogelijk zijn, beroept zich op de godsdienstvrijheid. Het niet geven van een hand aan een vrouw moet door die mensen dus ook toegelaten worden, want het is eveneens gebaseerd op die godsdienstvrijheid. Ik hoop oprecht dat prof. em. Vermeersch hier zo beknopt is, omdat ofwel de redactie van De Morgen zijn brief ingekort heeft, ofwel omdat hij maar over een heel beperkt aantal ‘tekens’ beschikte om zijn gedachte te ontwikkelen.

Ik wil vooralsnog uitsluiten dat hij wetens en willens de redenering van zijn opponenten verkeerd samenvat om zijn gelijk te halen. Bij mijn weten immers is de redenering van de meeste mensen die open staan voor het dragen van de hoofddoek, iets complexer en minstens drieledig: a. respect voor de godsdienstvrijheid; b. het niet willen redeneren in de plaats van de betrokkenen of zij zich vernederd dan wel bevrijd voelen door het dragen van een religieus symbool, en c. nagaan of de neutraliteit al dan niet in het gedrang is. Dit laatste is een democratisch debat waard, waarin men het standpunt van de minderheid maximaal tracht te respecteren.

Toegepast achtereenvolgens op de hoofddoek en op het schudden van een hand, lijkt er me dan echt wel een verschil te bestaan tussen beide handelingen. Als ik iemand met een hoofddoek voor me zie, voel ik me niet geprovoceerd. Als iemand me een hand weigert te geven, voel ik dit wèl aan als een provocatie. In beide gevallen gaat daar een stuk subjectiviteit mee gepaard… maar dat moet precies het voorwerp zijn van democratisch debat. Tot hoe ver aanvaardt men in een samenleving de uitdrukking van de subjectiviteit van een ander binnen een publieke respectievelijk ‘officiële’ ruimte?

Ooit vroeg iemand op het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen me of ik zou toelaten dat een ambtenaar met hoofddoek een Algerijnse asielzoeker zou ondervragen die beweerde zich tot het christendom bekeerd te hebben? Ik adviseerde om dit niet te doen. De reden die ik opgaf, was dat die ambtenaar vermoedelijk even objectief zou zijn als een ander, maar dat de advocaat van de asielzoeker ongetwijfeld de uitspraak zou aanvechten op basis van die hoofddoek als het resultaat negatief zou zijn voor zijn cliënt. Dit geval is duidelijk.

Maar er zijn tientallen gevallen denkbaar waar het totaal ‘even neutraal’ is of iemand nu al dan niet een hoofddoek draagt. Het maatschappelijk debat is niet: wat leest een gelovige, die betrokken ambtenaar, in een oude tekst? Ik moet dit niet in zijn plaats willen uitmaken! Dit is eventueel voor betrokkene een heel belangrijke zaak op vlak van zingeving in haar leven, maar dat is ‘haar’ zaak. Het maatschappelijke debat is: wat kan een samenleving, in een globaliserende wereld, aan diversiteit aanvaarden? En waar moet de (schijn van) neutraliteit wel degelijk overeind gehouden worden? Bij het weigeren van een man om een vrouw een hand te schudden, is de marge aan subjectiviteit om dit te kunnen aanvaarden mijns inziens veel kleiner dan bij het zien dragen van een hoofddoek door een dame. Van dit laatste kan ik voor sommige (sommige, ik zeg niet: alle) mensen binnen die gemeenschap daarenboven wel degelijk de mogelijkheid van een emanciperende waarde onderkennen (wat voor mij een bijkomend argument is), wat ik absoluut niet zie voor het weigeren van het geven van een hand aan iemand.

Mijn pleidooi bestaat erin om algemene verboden te mijden in dit soort debat. In ons type samenleving wordt dit immers meer en meer een gemakkelijkheidsoplossing die niet zal werken.

PS onnodig te benadrukken dat de redenering die ik voorstel even zeer voor Sikhs, joodse mensen en christenen opgaat. En ter volledigheid: ik ben zelf zo vastgeankerd in mijn eigen ‘habitus’ dat ik het voor mezelf, in mijn persoonlijke beleving, voor de rest van mijn leven wel bij het oude seculariteitsconcept zal houden. Zeker weten.

 

take down
the paywall
steun ons nu!